25-jarig jubileum Brigitte Hofman | “Hoofd-halsverpleegkundige, het blijft een mooi vak!”
2 jan. 2024 11:30
Vijfentwintig jaar geleden keerde Brigitte Hofman, na een korte uitstap naar het Flevoziekenhuis, terug als verpleegkundige op de afdeling Hoofd-halsoncologie. Voorlopig is ze niet van plan om hier ooit nog weg te gaan. Vrolijk en eerlijk gaat ze geen uitdaging uit de weg. Reden genoeg voor een gesprek met haar over lasers, 3D-printers, drugs en... bloedzuigers!
Aan de overkant
Als zevenjarig meisje wist ze het al, Brigitte wilde de verpleging in. Tien jaar later, eerder kon het niet, begon ze aan de opleiding tot verpleegkundige. “Die opleiding volgde ik in het toenmalige Slotervaart Ziekenhuis. Vanuit de ramen keek ik uit op het Antoni van Leeuwenhoek. Dat leek me meteen al een bijzondere plek om te werken.”
In 1995 was het zo ver: ze kon zelf ontdekken of ‘dat ziekenhuis aan de overkant’ echt iets voor haar was. “Ik begon op de afdeling KNO, tegenwoordig Hoofd-halskankercentrum. Een moeilijke afdeling, werd gezegd, met een speciale patiëntenpopulatie. Die reputatie schrok heel wat collega’s af, maar sprak mij juist aan. Ja, toen al. En dat is in al die jaren nooit veranderd.”
Fluitend naar huis
Toch besloot ze in 1998 om ook een ander ziekenhuis uit te proberen. “Ik woonde in Almere en het Flevoziekenhuis lag veel dichter bij mijn huis. Ik hoefde er niet voor in de file te staan, kon er op de fiets naar de toe. Toch merkte ik al snel dat ik daar niet op mijn plek zat. Waar ik vanuit Amsterdam, zelfs in de file, fluitend naar huis reed, kreeg ik vanaf daar onderweg terug op de fiets mijn hoofd niet leeg.”
Een halfjaar later was ze terug in het Antoni van Leeuwenhoek. Om daar vervolgens vijfentwintig jaar te blijven. “Achteraf gezien verbaast het me niet. Ik voelde me hier nu eenmaal thuis. Ik heb fijne collega’s en het idee dat ik elke dag nog iets nieuws leer. Of het nu gaat om nieuwe behandelmethoden of hoe om te gaan met een patiënt, dit werk verveelt nooit.”
Ontwikkeling
De behandeling van hoofd-halskanker ging in de afgelopen bijna dertig jaar met grote sprongen vooruit. “Met name de operaties zijn een stuk minder mutilerend geworden, mede door het gebruik van lasers en robotchirurgie. Ook de Radplatbehandeling, radiotherapie gecombineerd met chemotherapie, kan een mutilerende operatie tegengaan. Vroeger werden er in het gezicht veel grotere gedeelten weggesneden, ruim om de tumor heen. Dat gaat nu een stuk preciezer. Een groot voordeel voor de patiënt.”
Ja, de hoofd-halschirurgie ontwikkelde zich steeds verder, zag Brigitte. “Met steeds betere operatietechnieken in vervangende spierlappen en transplantatie van de huid om de geopereerde delen op te vullen. Ik kan mij nog herinneren dat in die eerste jaren soms bloedzuigers werden gebruikt, om de doorbloeding te verbeteren. Vraag me niet waar ze die vandaan haalden, maar het is echt zo!”
Vooruitgang
Ook voor de nabije toekomst ziet ze vooruitgang. “Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat immuuntherapie voor bepaalde hoofd-halspatiënten uitkomst zou kunnen bieden. Er worden ook 3D-printers gebruikt. Ze kunnen een heel nieuw stuk kaak printen. Het is zo goed om te zien wat er tegenwoordig allemaal mogelijk is! Als verpleegkundige maken we zulke veranderingen van dichtbij mee.”
Nauw betrokken
Heel fijn vindt Brigitte het ook dat iedereen erg nauw bij de patiënten betrokken is. “We zijn hier een heel hecht team. Van de tandarts tot de gelaatsprotheticus, van de chirurg tot de logopedist en van de diëtist tot de psychosociale zorgverlener, op onze afdeling werkt iedereen samen. De lijntjes zijn kort en alles is binnen ons multidisciplinaire team bespreekbaar. Ook over minder leuke dingen kunnen we als collega’s met elkaar praten. Daarnaast sport ik een paar keer per week. Dat helpt om alle ellende, die we hier soms ook meemaken, een plaats te geven.”
Een bekend gezicht
Brigitte is vrijwel altijd vrolijk, maar ze is ook eerlijk. “Ik zeg waar het op staat. Zeker bij onze patiëntengroep is dat ook nodig. Een deel van hen heeft te kampen met allerlei verslavingen, zoals roken, alcohol, medicijnen of drugs. Er zijn er bij die ‘een flesje water’ het ziekenhuis binnen willen smokkelen of die ondanks ons advies willen blijven roken. Voor mij is dat juist een mooie uitdaging. Als er een tegendraadse patiënt of een moeilijke casus is, zeg ik altijd: geef mij die maar. Dan ga ik graag die uitdaging aan.”
Daarbij houdt ze zichzelf in haar achterhoofd. “Ik denk: hoe zou ik zelf als patiënt behandeld willen worden? Sinds 1 april 1999 hebben we hier bovendien een eigen poli. Ik heb die destijds mede opgezet en houd ook spreekuur. Dit spreekuur is bedoeld om patiënten voor te lichten over hun naderende behandeling. Zo’n voorbereiding neemt veel angst weg. En het is fijn als ze later een bekend gezicht zien.”